Wanneer de werknemer een privé-wagen (of motor of de bromfiets) voor beroepsdoeleinden gebruikt en daardoor kosten maakt, mag de werkgever hem in principe enkel de kosten terugbetalen die werkelijk zijn gemaakt en waarvan hij het bewijs van de aard en de hoegrootheid van het bedrag kan leveren.
De fiscale en sociale administraties laten evenwel toe dat de werkgever de door de werknemer gemaakte kosten terugbetaalt op basis van forfaitair vastgestelde vergoedingen.
De fietsvergoeding is een vergoeding die door een werkgever wordt toegekend aan werknemers die de verplaatsing van hun woonplaats naar het werk geheel of gedeeltelijk met de fiets maken.
Het doel van het toekennen van een dergelijke fietsvergoeding is het stimuleren om de wagen thuis te laten en de fiets te nemen voor de kortere afstanden.
Indien men zich verplaatst met een personenwagen, kan men in hat kader van de werkelijke beroepskosten een forfaitair bedrag in rekening brengen.
Elk jaar op 01.07.2008 wordt deze vergoeding geïndexeerd. Het nieuwe bedrag vanaf 01.07.2008 bedraagt € 0,3093 per kilometer.
Dit bedrag wordt steeds door de fiscus aanvaardt. Indien men echter kan aantonen dat de werkelijke beroepskost hoger is dan € 0,3093, mag men dit hoger bedrag hanteren.
Bron: Belgisch Staatsblad 05.12.2008